Mijn eerste tocht op zoek naar Erasmus in de 21e eeuw zit erop. Op donderdag 14 april (Witte Donderdag) vertrok ik van Heemstede naar Rotterdam om daar vrijdags het Erasmiaans Gymnasium en het Huis van Erasmus op te zoeken. Overnachten deed ik – zoals ook Erasmus vaak deed – bij een kennis. Ik had een kamer in het gastenverblijf van zijn apartemententoren, aan het Van der Hoevenplein: de naam is geheel toevallig, geen familie.
Voor de Paasdagen fietste ik naar ons tweede huis aan de Van der Hoevenstraat (geen toeval, wel familie) in Zundert en dinsdag toog ik weer naar het Van der Hoevenplein in Rotterdam. Woensdag en donderdagmorgen was ik bij de Erasmus Universiteit en de 21e ’s middags reed ik terug naar Heemstede. In Rotterdam sprak ik ook nog enkele oud-collega’s en ging naar het nieuwe deel van Boijmans, het Depot.
En het fietsen zelf waarom het allemaal begonnen was en dat misschien het moeilijkst lijkt? Ik wist niet dat er zoveel tegenwind is in Nederland, maar al met al zie ik nu niet meer op tegen een tocht van 60 of 70 km op een dag. 100 moet ook kunnen. Toch zijn de Alpen nog ver.
Voor de volgende etappe moet ik eerst nog afspraken maken bij scholen. Mijn schema voor de zomer van 2022 haal ik niet: tot de vakantie lijken middelbare scholen andere prioriteiten te hebben, maar er is nog genoeg te doen.