Vandaag, op 7 september ben ik te gast in Zoetermeer bij het Erasmus-college. Elvira van den Hoek, directeur onderwijs, ontvangt mij en benadrukt dat het college als Dalton-school nadrukkelijk als doel heeft om jonge mensen met verschillende achtergronden te leren verdraagzaam met elkaar samen te werken. En dat was ook een uitgangspunt van Erasmus, wiens naam bij de oprichting ook gekozen is als verbinder tussen de fusiepartners destijds. Elvira verwacht dat de leerlingen weinig concreets over Erasmus weten, maar wel het Dalton-principe herkennen. Zij introduceert mij daartoe in de klas Maatschappijleer van Louis Koevoets.
Louis koppelt Erasmus’ ideeën meteen aan de methode voor maatschappijleer met als titel ‘Dilemma’: “Hoe kies je tussen twee opties, die elk hun nadeel hebben?” En hij vraagt zich af of Erasmus – met als Rutger Bregman – zou vinden dat de meeste mensen deugen. Louis denkt dat Erasmus ook wel zo’n optimist was.
Tijdens Louis’ lessen aan 4V en 5V spreek ik met groepjes leerlingen erover wat het betekent Erasmiaan te zijn (een affiche in het lokaal geeft ook suggesties), een leerling van Erasmus. Inderdaad koppelen ze dat vaak aan het Dalton-principe, maar uiteindelijk weten ze behoorlijk wat over Erasmus zelf: zijn manierenboek (met mes en vork eten en zo), priesterszoon, Bergen op Zoom worden genoemd, maar ook natuurlijk de Lof der Zotheid, zijn afkeer van oorlog en het humanisme. “Wat houdt dat humanisme dan in?” vraag ik. “Als mens kritisch zijn, maar ook open voor anderen”. En ik hoor, dat ze bij Nederlands in de vijfde ook de Lof der Zotheid doorspitten en daarover een filmpje moeten maken. Best lastig, maar niet verkeerd, zeggen ze.
Tijdens de lunchpauze praat ik met nog enkele docenten, onder meer twee van de sectie Nederlands. Inderdaad vonden zij dat op een Erasmus-college de leerlingen bekend moesten worden met Erasmus. Zijn bekendste werk is vertaald in het Nederlands nog geen gemakkelijke kost voor VWO-ers, zowel qua zinsbouw als qua inhoud. Sommige leerlingen worden er niet blij van, maar de meesten waarderen het achteraf wel.
Al met al een positieve indruk over Erasmus in Zoetermeer – al sprak ik vooral leerlingen die een gesprek daarover leuk vonden. Maar belangrijker: Het Erasmus-college wil leerlingen expliciet laten leren, niet alleen voor rapportcijfers maar ook om een goed mens te worden. Ik met mijn project Erasmus XXI vind natuurlijk dat Erasmus daarvoor de beste kapstok is, maar Erasmus zelf zou ook zo al best tevreden zijn. Zoals zowel Louis als sommige van zijn leerlingen los van elkaar tegen te mij zeiden: “Eigenlijk hebben wij al onze hedendaagse fatsoensnormen van Erasmus”.