Te oordelen naar het aantal vernoemingen is Erasmus de succesvolste geleerde van Nederland of zelfs van Europa ooit, maar te oordelen naar de publieke omgangsvormen zomer 2022 en de verbazing daarover was hij totaal onsuccesvol.
De naam Erasmus, wie kent die niet? Alleen al in Rotterdam het Erasmiaans Gymnasium en de Erasmus-universiteit en elders in Nederland en Europa zijn ook tientallen scholen en studentenvoorzieningen. En dan is er het Europese uitwisselingsprogramma voor hoger onderwijs, dat naar hem heet. Daarbij komen nog al die Erasmusstraten, -lanen en -wegen. Telkens verschijnen biografieën of heruitgaven. Een geleerde opiniemaker die nog steeds zoveel bekendheid geniet, moet wel iets heel bijzonders tot stand hebben gebracht, dat ook nu nog waardevol is. Vandaar mijnproject Erasmus XXI.
Een centraal onderwerp voor Erasmus was eerlijk leiderschap. Erasmus had vijf eeuwen geleden behoorlijk wat aan te merken op de praktijk in zijn tijd en vermoedelijk zou hij ook op veel grote en kleine leiders van vandaag kritiek hebben. Het vraagstuk van eerlijk leiderschap is dus niet alleen nog steeds actueel, maar helaas ook nog steeds niet opgelost, ondanks Erasmus’ inspanningen daartoe. Vermoedelijk is het ook niet oplosbaar, maar Erasmus’ werk biedt volgens mij wel twee handvatten om te zoeken naar eerlijk leiderschap.
Ten eerste zijn humor. Erasmus is vreselijk serieus en altijd ondubbelzinnig in zijn kritiek en zijn aanbevelingen, maar tegelijk beseft hij dat keiharde veroordelingen en onverbiddelijke eisen misschien de spreker wel een goed moreel gevoel geven, maar de toehoorder bepaald niet uitnodigen om zelf over eerlijkheid na te denken. Het is geen toeval dat van al Erasmus’ boeken met name de Lof der Zotheid – althans de naam ervan – nog het meest bekend is gebleven. Zotheid zelf maakt in dat boek allerlei leiders en instituties belachelijk. Erasmus blijft op de achtergrond. Een methode die hij koos uit zelfbescherming, maar die meteen een tijdloos voorbeeld is voor debatten: neem jezelf niet te serieus en nodig de ander vriendelijk uit tot nadenken. Dat leidt tot een andere toon dan nu veelal op de sociale media en in de politiek waarin de een de ander overtroeft met absolute meningen en geen tegenspraak duldt.
En verder laat Erasmus er geen twijfel over bestaan, dat hij een expliciete visie heeft over de wereld en de rol en verantwoordelijkheid van mensen daarin. Hij is overtuigd Christen, dat wil voor hem zeggen, iemand die naar Jezus’ voorbeeld oprecht het beste wil én doet voor de medemens en de wereld zonder fanatiek te worden en die daarmee ook zelf gelukkig wordt. In onze seculiere tijd vinden veel mensen dat iemand geen Christen hoeft te zijn om zo’n goed mens te worden, maar ondertussen vervagen de beginselen van politici en zijn actievoerders druk met enkel groepsbelangen. Mensen die als Erasmus duidelijk zijn over hun waarden, kunnen bij morele vragen consistent reageren op basis van die waarden. Zij kunnen ook respectvol praten met anderen die in concrete gevallen wellicht andere afwegingen maken. Er lijkt nu een taboe te rusten op visie en op algemene morele waarden met als gevolg dat de indruk ontstaat dat leiders besluiten telkens op basis van gelegenheidsargumenten nemen. Dat komt de geloofwaardigheid niet ten goede.
Een tijdgenoot van Erasmus voorspelde al dat zijn naam niet vergeten zou worden. Dat is niet gebeurd, fijn voor Erasmus, maar we bewijzen onszelf een dienst als we ook iets van zijn ideeën onthouden.